Zwijndrecht en Burcht al 85 jaar bij provincie Antwerpen

Image
Op de grenspaal staat de datum gegrift van de overstap van Zwijndrecht en Burcht naar de provincie Antwerpen. Langs de ene kant staat het schild van Oost-Vlaanderen en langs de andere kant dat van Antwerpen.
ZWIJNDRECHT/BURCHT. Het is dit jaar 85 jaar geleden dat Zwijndrecht en Burcht definitief werden ingelijfd bij de provincie Antwerpen. De provinciegrens kwam zo op de Kruibeeksesteenweg te liggen, ter hoogte van het huidige bedrijf Argex. Vóór 1923 lag Linkeroever of Sint-Anneke ook op het grondgebied van Zwijndrecht. Het gebied nabij de Expressweg, waar nu de industrie is gevestigd, behoorde niet tot Zwijndrecht. De grenswijziging is geen feit op zichzelf maar hoort in een geheel met de overdracht de Borgerweertpolder met ’t Vlaams Hoofd op Zwijndrechtsgrondgebied naar de stad en de aanleg van de tunnel onder de Schelde.

85 jaar geleden was er nog geen sprake van Linkeroever. Het heette toen Borgerweertpolder en daarin lag het gehucht Vlaams Hoofd. Dit verdween als de moderne Linkeroever werd aangelegd.
De aanhechting van Zwijndrecht bij de provincie Antwerpen en Borgerweertpolder Vlaams Hoofd bij de stad Antwerpen, verliep niet zonder protest. Zwijnrecht wou dat er gewacht werd voor de aanhechting tot er kredieten waren voor de aanleg van een tunnel onder de Schelde.  Maar dat probleem sleepte aan en er werd nagedacht over de aanleg van die tunnel door een private maatschappij of door de Staat.

De gemeente Zwijndrecht en Burcht waren ook akkoord met de geplande grenswijziging waarbij ze tot de provincie Antwerpen gingen behoren.
Op 1 juni 1921 kwam er een eerste wetsvoorstel om de grenswijziging door te voeren. Zowel Zwijndrecht als Burcht waren daar niet mee akkoord  en dat kwam omdat er geen enkele voorwaarde was in opgenomen die Oost-Vlaanderen stelde waarbij dus o.a. de bouw van een tunnel. In Zwijndrecht was het toen vooral de toenmalige burgemeester Van Bogaert die boos reageerde en zijn gemeenteraad tekende protest aan. Zwijndrecht wilde slechts meewerken als er geld was voor de tunnel en het vooropgestelde kanaal Burcht – Terneuzen.

In Burcht was er ook protest maar dat was dan omdat de grens dwars door een fabriek liep. In een commissie werd het wetsvoorstel toch goedgekeurd met 13 stemmen tegen 3. Maar toen in november 1921 de regering ontslag moest nemen viel het wetsvoorstel ook naast de tafel.

In 1922 volgde een nieuw wetsvoorstel dat grotendeels hetzelfde was als het eerste. Het werd onduidelijk genoemd omtrent de garanties voor het bouwen van de tunnel en het kanaal. In Oost-Vlaanderen was men ook onzeker wat er met de gronden van de Borgerweertpolder zou gebeuren. Er werd al eens verteld dat Antwerpen er goedkope woningen zou bouwen om zo de arbeidersbevolking naar linkeroever te brengen.

De Antwerpse volksvertegenwoordigers vroegen in het parlement het wetsvoorstel onvoorwaardelijk goed te keuren en zij zouden er voor zorgen dat de langverwachte tunnel er zou komen.
Volksvertegenwoordiger Van Hoeylandt uit Temse en socialist, steunde de stad in die zin dat hij van oordeel was, dat er aan de grondruil best geen oorwaarden verbonden waren. Deze Wase politieker vond dat Antwerpen wel gauw aan een tunnel zou beginnen wanneer ze het nut er van inzien als de linker Scheldeoever op Antwerps grondgebied komt te liggen.

Maar velen wisten ook dat na de Wereldoorlog 1914 - 1918 er gewoon geen geld was om zulke projecten te financieren. Daarom dat al snel werd gesproken, om de realisatie van een tunnel over te laten aan een speciaal opgerichte maatschappij.

De katholieke volksvertegenwoordiger Raemdonck diende nog een ammendement in waarbij hij samen met nog meer medestanders, stelde dat het geld dat de verkoop van de gronden opbracht, alleen maar mocht gebruikt worden voor de aanleg van de tunnel. Dit werd niet aanvaard.

Image
De overdracht van Zwijndrecht en Burcht naar Antwerpen ging ook gepaard met de belofte om een tunnel onder de Schelde te bouwen. Tot dan toe was een overzetboot de enige verbinding.

In 1922 werd al gesproken over het innen van 'barreelgeld' aan de te bouwen tunnel of wat we nu tolgeld noemen. Vanuit het Waasland vond men dat er al genoeg werd betaald voor de schatkist en een tunnel zou toch ook de algemene handel ten goede komen. In het Waasland waren de barreelgelden op het gebruik van de steenwegen in de polders maar pas afgeschaft en een nieuwe belasting op het gebruik van wegen wilde men niet. "De inwoners van de aanpalende gemeenten van ’t stad moeten toch ook geen tolrecht betalen om de havenstad binnen te komen", zegden de Waaslanders.

Bij de inleidende gesprekken rond de planning van de tunnel, ging het ook over het voordeel het te laten doen door een private maatschappij. Maar als er geen tolgeld kwam, hoe kon die maatschappij dan aan een vergoeding geraken voor het geleverde werk? Daar had men dan een oplossing voor: de Staat had wel 1000 hectare eigendom liggen in de Borgerweert en er werd voorgesteld om die af te staan aan de maatschappij die de tunnel zou bouwen. De verkoop van die gronden zou dan wel de nodige vergoeding geven voor de kosten van de tunnelbouw.

Waar in 1922 zeker niet wilde van gehoord worden in het Waasland, was dus het ‘barreelgeld’. Dat vonden ze een nieuwe slag in ’t gezicht van de Waaslanders en van de zakenmensen van Antwerpen zelf, die er handel mee dreven.
Maar ondertussen zorgde een overzetdienst voor de tocht naar en van de stad. Als er voor de tunnelbouw geen oplossing uit de bus kwam, dan wilde men eisen dat de overzet met grotere boten gebeurde en met regelmatige afvaarten. Het Ministerie van Zeewezen beloofde er wel op in te gaan al zat men zeker niet stil om zo spoedig mogelijk een tunnel te kunnen bouwen om beide Schelde -oevers te verbinden.

In februari 1923, 85 jaar geleden, kwam de aanhechting van Zwijndrecht en Burcht bij Antwerpen, dichterbij. Beide provinciebesturen onderhandelden. Oost-Vlaanderen vroeg een schadevergoeding van 5 miljoen frank maar dat vonden die van Antwerpen wat overdreven en noemden het een dwaling.
De overdracht ging eigenlijk vrij snel want het eerste wetsvoorstel tot grenswijziging werd ingediend in juni 1921. Maar ook vele jaren daar voor waren er al lange debatten geweest die in het teken stonden van de vraag naar een vaste oeververbinding en de uitbouw van de linker Scheldeoever.

Het was zaterdag 31 maart 1923 dat de plaatselijke geschiedenis een aparte bladzijde kreeg want Zwijndrecht en Burcht voor een totale oppervlakte van 2.296 ha en 12.424 inwoners werd ingelijfd bij de provincie Antwerpen. Een stuk van Zwijndrecht werd bij de stad Antwerpen gevoegd. Dat was “’t Vlaamsch Hoofd”, dat een oppervlakte had van 735 ha en een 1.500 inwoners telde.

overdrachtfeest

In de stad zelf was schepen Runes al volop bezig met de plannen om de aanhechting van ’t Vlaams Hoofd en Zwijndrecht-Burcht, met grote feestelijkheden te versieren. Die feesten moesten plaatsvinden op de zondag voor Antwerpen -kermis in augustus 1923. De pontonniers zouden twee bruggen over de Schelde moeten aanleggen. De feestdag zou afsluiten met een groot vuurwerk op Sint-Anneke.

Eerst was er een ontvangst voor de Antwerpse burgemeester Van Cauwelaert en de magistraten op het gemeentehuis van Burcht. Burgemeester A.Van Goethem sprak daar de hoop uit dat zijn gemeente als grensgemeente van de grote stad, binnen afzienbare tijd tot een grote voorstad zou groeien. Maar tot op heden bleef het enkel bij die woorden.

Na de ontvangst in Burcht reed het gezelschap naar Zwijndrecht waar burgemeester Van Bogaert nog eens tot de Antwerpenaars zei, dat het pijnlijk was om de 700 ha van zijn gemeente over te laten aan de goede zorgen van de stad Antwerpen. Hij hoopte dat de Antwerpse magistraten zouden meehelpen op zo spoedig mogelijk een kosteloze overtocht van de Schelde zouden mogelijk maken voor de inwoners van Zwijndrecht, Burcht en Sint-Anneke welke zich naar de stad moeten begeven. Hij sprak ook van een elektrische tramlijn waardoor de bevolking van het Waasland gemakkelijker naar Antwerpen zou kunnen komen. Ook de afbraak van het Fort Sint-Anna op linkeroever werd gevraagd.

Burgemeester Van Cauwelaert zei dat Sint-Anneke er als een woestenij bij lag maar dat dit niet de schuld was van het gemeentebestuur van Zwijndrecht maar wel die van de regering en vooral van de legeroverheid die iedere ontwikkeling daar rond ’t Vlaams Hoofd onmogelijk maakte.

Het ganse officiële gezelschap reed dan met verscheidene auto’s naar Sint-Anneke waar de Antwerpse burgemeester in het patronaat nog een toespraak hield. Daarna ging het met een speciale ‘overzetter’ naar Antwerpen-stad waar alle prominenten, waarbij ook tal van gemeenteraadsleden van Zwijndrecht en Burcht, op het stadhuis werden ontvangen.
De burgemeester nam er weer het woord en hij stelde de bouw van een tunnel centraal, "opdat Antwerpen worde de grote bronvader der economische welvaart, de grote internationale wereldhaven, de wereldstad." Op de kortst mogelijke tijd wilde hij de linkeroever in volle ontwikkeling brengen.

Bij de plechtigheid lagen de toekomstverwachtingen heel hoog want burgemeester Van Goethem van Burcht voorspelde dat er handel en nijverheid in Borgerweert zou komen en dat de naburige gemeenten Zwijndrecht en Burcht zouden groeien en bloeien als voorsteden der grote handel- en nijverheidsstad.

Image
De grenspaal uit 1923 ter hoogte van Argex.
De overdracht van de gemeenten werd op de 21 juliviering van 1923 nog eens feestelijk gevierd in Zwijndrecht in aanwezigheid van de Antwerpse gouverneur Baron van de Werde en enkele leden van de Bestendige Deputatie. Meteen werd ook het oorlogsmonument op het kerkplein ingehuldigd.

De provincie Oost-Vlaanderen, dat de twee gemeenten verloor, wilde 4,5 miljoen frank maar dat vond Antwerpen fel overdreven. Zij wilden maar 1,5 miljoen frank geven. Er werd nog wat onderhandeld en zo kwam men tot een akkoord voor een bedrag van 2 miljoen frank.

Na de ondertekening van de wet van 1923 werd de uitbouw van een vaste oeververbinding toch nog op de lange baan geschoven. Het was pas op 1 maart 1931 dat de tunnelwerken van start gingen. Als herinnering aan 1923 staat er aan de grens met Oost-Vlaanderen bij het binnenkomen van Kruibeke, de grenspaal. Kruibeke moest destijds ook nog 64 ha afstaan aan Antwerpen en verloor zo het Backersveer en het Fort.(Rolf Duchamps)

 

Lees ook:

Het vroeger Sint-Anneke met de grazende schapen. In Borgerweert hadden tal van Zwijndrechtse landbouwers ook vee lopen.ZWIJNDRECHT/LINKEROEVER. Samen met de grenswijziging, waardoor Zwijndrecht en...