Gilbert De Nockere leerde het Beverse voetbalvolk zingen (1)

Uiteindelijk kwam hij met de fiets naar Beveren en vroeg aan de mensen die hij ontmoette of ze niet wisten of er ergens een huis te huur stond. Toen SK Beveren naar eerste klas promoveerde werd Gilbert De Nockere Beverenaar.
SK Beveren, Beverenaar. Het bracht ons naar die fantastische lp "SK Beveren"die hij vol schreef met liedjes over de voetbalploeg. Niet minder dan 32.000 stuks werden daar van verkocht. Het onvergetelijke seizoen 1977 - 1978. De producer van die speciale plaat was Al (Alfons) Van Dam, ook al een Beverenaar die in de platenwereld een icoon was geworden.
Er is aan dit toppunt van succes wel een voorafgaand feit. Gilbert kwam in 1967 naar Beveren en opende in juni zijn kapperszaak maar natuurlijk wie kende hem?
Het was zoeken naar een middel om bekend te worden. Eén van zijn klanten was Robert Rogiers, toen topspeler bij geelblauw en zelfs kapitein van de ploeg. De coiffeur liet zijn snuggere geest werken en vroeg aan Robert of ze bij SK Beveren een clublied hadden. "Bah neen", sprak de Rogiers. "Wel, dan maak ik er jullie een", beloofde de kapper. En het kwam er aan "SK Beveren, SK Beveren, zo’n voetbal is het ideaal..." Samen met Fons Van Goethem, een gebuur van hem, stapte hij naar de vergadering van het clubbestuur. Alles kwam in orde en voor zijn eerste plaatje werd bij het toen zeer bekend platenlabel ‘Decca’ aangeklopt.
De producer daar was toen al Al Van Dam. Toen elf jaar later SK Beveren zo formidabel speelde, dachten ze bij Decca weer aan het uitgeven van een plaat. En ze wisten wel bij wie ze te biechten moesten komen: bij die Gilbert De Nockere die dat eerste plaatje maakte. Het was Al Van Dam die contact opnam om weer een plaat van SK Beveren te maken, maar dan wel een langspeelplaat. Die Van Dam was het Zillebeek en dat hij met gans zijn hart achter een nieuwe lp over de voetbalploeg stond was maar logisch.
Gilbert begon aan de opdracht. Op een week tijd schreef hij alle nummers die op de plaat moesten. Tien stuks met als laatste op Kant 2, ook het laatste dat hij schreef: "Olé Olé", dat zoals later zou blijken een onsterfelijk hit zou worden. Niet alleen de componist heeft allerbeste herinneringen aan deze voetbalplaat. Wie de gloriedagen van SK Beveren meemaakte zingt zowat alle tien de liedjes nog mee. En er zijn ook nummers die wel onsterfelijk lijken en nog altijd worden gezongen.
Gilbert verwees naar "Een zondag naar Beveren" dat als je het zong klonk als ‘Kom eens een zondag naar Beveren kijken…" . Het is een melodie die hij schreef toen hij 13 jaar was. Nadat hij in 1959 het BK Accordeon had gewonnen, werd zijn peter, ook muzikant uiteraard, ziek. Het gevolg was dat de jonge snaak in zijn plaats overal moest gaan optreden. Op en week tijd leerde hij dan alle liedjes die op de radio te horen waren. Dat was werken geblazen want hij kende alleen maar wat stukken uit de liedjes die toen werden gedraaid plus natuurlijk zijn ‘kampioenschapstukken’.
Eigenlijk deed Gilbert dat niet zo graag en wat vond hij er op? Voor het dorp waar hij moest gaan spelen, schreef hij een liedje. Naar Sint-Gillis, dus een liedje over die gemeente. Op zeker keer moest hij op ’t Kalf, tussen Sint-Gillis en De Klinge, gaan spelen. Weer had hij zijn liedje klaar ‘Ik noemde jou baby, o lieve baby’. Toen hij aan de plaat van SK Beveren bezig was vond hij op zeker ogenblik geen melodie niet meer. Wat nu? Hij nam de oude melodie van "Ik noemde jou baby" en schreef er een nieuwe voetbaltekst op ‘Kom eens een zondag naar Beveren kijken".
Ook het liedje over Jean-Marie Pfaff, ‘Jean-Marie, Jean-Marie, die heeft de gouden schoen…" was op een melodie die hij vroeger al eens schreef als "Groovy Spinningwheel"en zelfs op plaat werd gezet door een Beverse groep.
blauwe, doorschijnende plaat

Het was de eerste keer dat Decca ( in België heette dat GIP)een gekleurde plaat had geperst én doorschijnend. Toen nadien ook het buitenland zich op de plaat stortte, viel dat blauwe doorschijnende geweldig op. Niet vergeten dat ook de Franstalige gazetten zoals Le Soir naar Beveren kwamen, vanuit Frankrijk, vanuit Nederland kwamen ze filmen voor televisie. Voor Gilbert zal het altijd wel bijblijven dat ze op de Nederlandse Televisie er nogal wat nieuwswaarde aan hechtten: een plaat in de kleuren van de club en bovendien kon je er ook doorheen kijken.
Spijtig genoeg waren het enkel de mensen die er snel bij waren die deze merkwaardige lp in bezit kregen. Enkel de eerste 10.000 waren in blauw. Het was trouwens ook een kostelijkere uitgave dan de gewone zwarte.
Er was ook enkele weken vooraf een single, een 45-toerenplaatje, uitgegeven waarop twee nummers stonden "Supporters van Beveren" en "Beveren Boven" van ‘Gilbert De Nockere en de Geel Blauwen’. Het was de bedoeling om zo een aanloop te hebben naar de lp.
De componist kreeg ook wel wat tegenwind toen hij zijn nummers aanbood. Hij sprak over ‘Beveren Kampioen’ maar dat moest nog gebeuren in de competitie! Ook het lied "Beveren wint de Beker", was voorbarig want dat was ook helemaal nog zo niet. Het was gedurfd te laten zingen: "Iedereen kunnen we wel aan, vraag dat maar aan Milaan", maar ze moesten er nog tegen spelen. Dat was ook de reden dat ze het niet vooraf op single wilden uitbrengen.
Voor Gilbert, de schrijver én zanger van de SK Beveren hits, is het ook wel onvergetelijk dat hij is afgestapt van de mode in de supportersliederen, zowel over voetbal als over wielrenners en andere sporttakken, dat het gewoon meestampers waren. Het marstempo. De Nockere vond dat het niet kon dat hij een hele langspeelplaat met tien nummers vol marsmuziek moest steken. Als eerste in het muziektijdperk zette hij er zelfs swings bij, walsen, dixieland. Dat zal ook wel de reden zijn dat er 32.000 van werden verkocht. De mensen hadden er heel wat afwisseling bij.
In die tijd bestond de Beverse supportersschare uit een tienduizendtal mensen al stond er natuurlijk regelmatig ook wel eens bijna 20.000 man op het terrein. Die tienduizend echter dat waren de potentiële kopers maar dan wel in die verstande dat bv. een vader en zoon maar één plaat kochten. We vergeten ook nooit dat de mensen die "liekes" allemaal zo graag hoorden. Precies omdat er die verscheidenheid in zat.
In die tijd had Herman de Munck ook een platenzaak op het IJzerhand. Die verkocht op zijn eentje 800 lp’s. Begrijpelijk voor Beveren zelf. Maar het verrassende was dat de platenwinkel op de markt in Hulst er 1200 verkocht. SK Beveren straalde toen heel ver uit. Toen er thuis werd gespeeld reed men zelfs in file via de Mosselbank en het Zillebeek naar de Freethiel. Nu is dat een verre droom.
Het is voor Gilbert De Nockere ook wel een eer dat andere grote ploegen er nummers hebben uit genomen om hun clublied mee te zingen: Standard, AA Gent, Brugge. Ze vroegen aan de Beverenaar of ze zijn muziek mochten gebruiken.
Er is natuurlijk ook wel de bedenking te maken i.v.m. met de reuzenverkoop van zulke platen. Die loopt héél goed wanneer een ploeg voor de eerste keer zulke prestaties neerzet. Dat wordt door Gilbert bevestigd. Via zijn auteursrechten kwam hij dat te weten en geen enkele club ging boven de 6.000 verkochte platen. Beveren geraakte aan de 32.000. Aan de basis lag misschien ook wel dat het kleine Beveren al die grote ploegen ging verslaan.
In die tijd kwam SK Beveren ook alle weken op televisie: competitie, beker en internationaal voetbal. Ook internationaal kwam geelblauw bijna wekelijks op het scherm. En op de achtergrond hoorde iedereen maar zingen van "Olé, Olé, Olé…" Dat was promotie! Ook nu nog voor Jan Pieter Liedmann want waar hij komt weten ze het en spreken ze hem er mee aan. De componist van Olé Olé, ze kennen hem in Duitsland in Oostenrijk! (Rolf Duchamps)