Scheldeverdieping zal betere toegankelijkheid aan Antwerpse haven geven

REGIO. De verruiming van de vaargeul van de Westerschelde is nu officieel begonnen. Vorige week gaven Vlaams minister-president Kris Peeters, Vlaams minister Hilde Crevits (Mobiliteit en Openbare werken), de Nederlandse staatssecretaris Tineke Huizinga (Verkeer en Waterstaat) en Antwerps havenschepen Marc Van Peel hiervoor officieel groen licht op de Antwerpse Noordzeeterminal. Daarmee worden werkzaamheden, die in 2007 op Vlaams grondgebied werden gestart, verder gezet.

Voor de verdieping heeft minister Hilde Crevits 100 miljoen euro voorzien. Na het baggeren op Nederlands grondgebied zullen te allen tijde schepen van 13,10 m diep naar de haven van Antwerpen kunnen varen. En dat biedt grote voordelen, niet alleen voor Antwerpen, maar ook voor Nederland.

De Scheldeverdieping levert grote dus voordelen op voor de toegankelijkheid van de haven van Antwerpen. Naast ruimere tijvensters ligt het in de lijn der verwachtingen dat de diepgang van afvarende containerschepen na de verdieping kan aangepast worden en dat een minimum van 15 m diepgang bij afvaart mogelijk wordt in functie van het schip. Het verdrag “Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium” dat op 21 december 2005 tussen Nederland en Vlaanderen werd getekend, voorziet in een verruiming en uitdieping van de vaargeul om de getijonafhankelijke vaart op te trekken van de huidige 11,90 m diepgang tot 13,10 meter.

Nautisch wordt voor de Schelde op Nederlands grondgebied rekening gehouden met een kielspeling van 12,5 %. Hiervoor wordt de Schelde volgens het verdrag uitgediept tot een niveau  van - 14.70 m bij GLLWS ( gemiddeld laag laag water spring). De kielspeling omvat een marge voor het zogenaamde 'squat-effect' of het effect dat varende schepen een grotere diepgang krijgen, een veiligheidsmarge voor scheepbewegingen onder invloed van golven en een marge voor plotselinge aanzanding tussen twee peilingen en een baggertolerantie.

De Scheldeverdieping levert tevens grote voordelen op voor de getijafhankelijke vaart. In eerste instantie worden de tijvensters op de Schelde aanzienlijk verruimd waardoor de veiligheid van de scheepvaart nog verder wordt geoptimaliseerd. Tevens zullen door ruimere tijvensters meer diepliggende schepen de Schelde kunnen bevaren.

Momenteel beschikken schepen bij opvaart naar Antwerpen over een diepgang tot 15,56 m. Bij afvaart werd in december 2009 door de GNA reeds een nieuwe regeling uitgewerkt waarbij bepaalde containerschepen, afhankelijk van snelheid en vaareigenschappen, tot 14,80 m getij afhankelijk kunnen afvaren.
Het ligt in de lijn der verwachtingen dat ook de diepgang van afvarende containerschepen na de Scheldeverdieping kan aangepast worden en dat een minimum van 15 m diepgang bij afvaart mogelijk wordt in functie van de snelheid, de karakteristieken en de vaareigenschappen van het schip. Uiteraard spelen ook de hydro-en meteo-omstandigheden een belangrijke rol.
Zoals dit in het verleden gebeurde zal hiervoor het nodige onderzoek door het Agentschap MDK van de Vlaamse overheid worden verricht. Met testen in het waterbouwkundig laboratorium en proefvaarten zullen gradueel en aan de hand van de bekomen ervaring de nieuwe maximale diepgangen na de Scheldeverdieping worden vastgelegd. (Rolf Duchamps)