Vlakte van Zwijndrecht wordt heringericht

Image
Zicht op het Groot Rietveld van aan de Kwarikweg. De Vlakte van Zwijndrecht is gelegen helemaal rechts (op het kaartje, het licht blauwe)
ZWIJNDRECHT/LINKEROEVER. De Vlakte van Zwijndrecht, met een oppervlakte van 57 ha,  is gelegen ten zuidoosten van Kallo en wordt ten noorden begrensd door het Fort St.–Marie en ten zuiden ongeveer door de autoweg Antwerpen-Zelzate (Expressweg). Ten westen van het terrein ligt het Groot Rietveld. Het Groot Rietveld en de Vlakte van, Zwijndrecht worden gescheiden door een breed, oud kanaal (Lange Eind) en de Put van Fien. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen zal op vraag van de Beheerscommissie Natuur Linkerscheldeoever de Vlakte van Zwijndrecht in 2 fases herinrichten.

De herinrichting moet het terrein terug in een pionierstoestand brengen, zodat er opnieuw sprake is van een habitattype ‘strand- en plasvlakte’. In het Milieueffectrapport (MER) van het Deurganckdokproject werd de Vlakte van Zwijndrecht aangeduid als tijdelijke compensatiezone voor strand- en koloniebroedende vogels, zoals de strandplevier, kleine plevier en kluut. De Vlakte van Zwijndrecht raakt meer en meer gekoloniseerd door pioniersplanten en wilgen- en berkenstruweel,waardoor grote delen ervan niet meer geschikt zijn voor strand- en koloniebroeders. Daarom zijn dringend werken noodzakelijk.

Alle vegetatie dient gemaaid of verwijderd te worden, dijkjes afgegraven en een waterhoudende ringgracht aangelegd. De werken worden enkel uitgevoerd binnen de reeds bestaande afsluiting en in 2 fases.
Fase 1 omvat het maaien en verwijderen van alle vegetatie, fase 2 de grondverzetwerken. De werken van fase 1 zullen uitgevoerd worden voor het broedseizoen, in de maanden februari en maart van 2010. De grondverzetwerken zullen uitgevoerd worden na het bekomen van de bouwvergunning. De bouwvergunningsaanvraag  werd  in februari 2010 ingediend. De herinrichtingswerken op de Vlakte van Zwijndrecht worden uitgevoerd in opdracht van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.

Sinds een jaar of vijf kon men daar na het broedseizoen Konikspaarden aantreffen die de wortels van jonge bomen oppeuzelden om zo de vlakte open te houden.(Rolf Duchamps)