Zet er een privé-detective op!

REGIO. De gemeenten kregen onlangs een omzendbrief rond privé-detectives. Er wordt wel meer dan eens bij een bepaald gebeuren gezegd ‘zet er een privé-detective op’ maar daar blijft het dan bij en toch is het een beroep dat wordt beoefend al heeft men daar maar weinig weet van. Toch heeft het Ministerie van Binnenlandse zaken het beroep goed in handen want volgens de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective, mag niemand het beroep van privé-detective uitoefenen of zich als dusdanig bekend maken, indien hij daartoe vooraf geen vergunning heeft gekregen van de Minister van Binnenlandse Zaken, na advies van de Veiligheid van de Staat en van de procureur des Konings van de wettige hoofdverblijfplaats van de betrokkene en, bij ontstentenis ervan, de Minister van Justitie. Dus, niet zo simpel om privé-detective te worden.

Een privé-detective beschikt niet over meer rechten dan een modale burger. Integendeel, de voornoemde wet op de privé-detectives legt hem een aantal bijkomende voorwaarden en beperkingen op, zowel met betrekking tot de middelen en methoden die hij kan hanteren, als met betrekking tot de zaken die hij mag onderzoeken.
Zo zijn er wel eens detectives die ten onrechte toegang eisen tot de registers van burgerlijke stand en de bevolkingsregisters.
Het artikel in de wet van 1991 daarover staat te lezen: "In de zin van deze wet wordt als privé-detective beschouwd elke natuurlijke persoon die gewoonlijk, al of niet in ondergeschikt verband, tegen betaling en voor een opdrachtgever activiteiten uitoefent bestaande uit het inwinnen van informatie omtrent burgerlijke stand, gedrag, moraliteit en vermogenstoestand van personen."

Het feit een vergund privé-detective te zijn, doet evenwel geen bijzondere rechten ontstaan. Voor de toegang tot de akten van de burgerlijke stand blijft artikel 45 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Hier staat: "Een ieder kan zich door de bewaarders van de registers van de burgerlijke stand uittreksels doen afgeven uit de akten die in deze registers zijn ingeschreven. In die uittreksels wordt geen melding gemaakt van de afstamming van de personen op wie de akten betrekking hebben. Alleen de openbare overheden, de persoon op wie de akte betrekking heeft, zijn echtgenoot of overlevende echtgenoot, zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn bloedverwanten in de opgaande lijn of nederdalende lijn, zijn erfgenamen, hun notaris en hun advocaat kunnen een eensluidend afschrift verkrijgen van een akte van de burgerlijke stand die minder dan honderd jaar oud is, dan wel een uittreksel uit de akte met de afstamming van de personen op wie de akte betrekking heeft."

Maar voor de toepassing van dat artikel 45 van het Burgerlijk Wetboek mag een privé-detective niet gelijkgesteld worden met een notaris of advocaat. In tegenstelling tot de notarissen en advocaten kan hij niet het voorrecht opeisen van dat artikel en een afschrift van de burgerlijke stand zomaar bekomen.
Een privé-detective heeft, zoals elke burger, recht op toegang tot de bevolkingsregisters om zijn eigen gegevens te kennen. Hij mag zich echter niet beroepen op een mandaat van zijn opdrachtgever om gegevens betreffende andere personen op te vragen. Eventuele onregelmatigheden met betrekking tot de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective kunnen gemeld worden aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Directie Private Veiligheid, tel. 02-557 34 43 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. (Rolf Duchamps)