Op punt gezet: 't is weer fietstijd

Image
Denis Johnson maakte een loopfiets in metaal.
WAASLAND. In de maand augustus staan er op veel plaatsen nog heel wat fietstochten op het programma. Of er ooit eerder al zoveel fietsers langs de Wase wegen hebben gebold als nu, valt te betwijfelen. Maar op een echte zomerdag rijden er in alle dorpen op de landelijke wegen echte 'genieters op de fiets'. Dat het genieten is, zie je zo, want hoge snelheden zijn er niet bij. Ze willen ook iets zien. Wielertoeristentocht, dat is natuurlijk een andere zaak.
Tijd om even terug te gaan en enkele gegevens in punt te zetten.

 

Image
De fiets van Kessler die twee wielen met een balk verbond.
• In 1760 verbond Kessler twee wielen met een balk en hij had een primitief, onbestuurbaar looptuig met zadel.

 

• In 1816 ontwierp Carl von Drais een fiets die bestuurbaar was. Hij schreef daarover "bergaf gaat de machine sneller dan een paard in galop". De Draisienne betekent dan ook de start van een hele reeks verbeteringen die naar de hedendaagse fiets leiden. Denis Johnson maakte zo de eerste Engelse loopfiets in mettaal. Maar de voeten blijven op de grond.

 

• In 1866 waren er de broers Pierre en Ernest Michaux die de eerste ijzeren trapfiets vervaardigen. Nu gebeurt fietsen met de voeten niet meer op de grond maar op pedalen die in het voorwiel staan.

 

• De Wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs bezorgde de fiets heel wat bekendheid. Om meer snelheid te halen werd het voorwiel steeds maar groter. Daardoor werd fietsrijden een hobby voor sportieve jongens. Die fietsen kregen de naam van ‘Grote Bi’. Heden is er nog altijd een BK voor Hoge Bi’s. Vorig jaar werd het in Zele-Huivelde betwist.

 

• In 1876 maakte ene Lawson een fiets die via een ketting op het achterwiel werd aangedreven. De fiets wordt ook veiliger.

 

• Het was niet leuk fietsen op hobbelige wegen met houten of ijzeren wielen. De zoon van Dunlop kreeg er hoofdpijn van. Pa John Boyd Dunlop een Ierse veearts nam in 1888 een luchtdichte rubber slang als band voor de fiets van zijn zoontje, die fietsen wel leuk vond, maar altijd pijn aan zijn gat had. Met de opgepompte holle rubber band kon het ventje veel prettiger rijden. Om te voorkomen dat de band telkens stuk stootte, bedacht Dunlop er een canvas overtrek omheen: de buitenband. Hij  plaatste er dus gewoon luchtbanden op. Na enige verbetering kreeg Dunlop in 1888 het pattent op zijn uitvinding en hij werd een bandenspecialist! De fiets was nu een comfortabel voertuig.

 

• Vanaf 1900 geraakte de fiets ingeburgerd. Fietsen was niet langer een sportieve hobby want hij werd een dagelijks werktuig. De overheid zag heel snel het nut in van dienstfietsen. Soldaten bijvoorbeeld konden zich per fiets heel wat sneller verplaatsen dan te voet. Dames waagden zich nu ook op de fiets. Op de tot dan toe zeer lange mode moest een oplossing krijgen want de lange rokken geraakten tussen de ketting en het kamwiel en scheurden. En zo begon de maatschappij én de mode zich aan te passen aan de fiets.

 

• Het aantal fietsen groeide aan tot na 1950 het er op leek dat hij geen toekomst meer had. Gelukkig  kwam de vraag naar degelijke fietsen weer terug en de fietsenmakers deden gouden zaken. Het is weer een sportief hobby.

 

• De fiets is op dit ogenblik in vrijwel alle landen van de wereld in gebruik. Hij kreeg eigenlijk een nieuwe status want een fiets wordt nu meer als een tweede vervoermiddel aanzien naast de auto.

 

• Het gebruik van de fiets is ook meer gestimuleerd door het gezondheidsaspect, vooral voor de aan bewegingsarmoe lijdende mens en ook door het milieuaspect omdat de fiets een 'schoon' vervoermiddel is  en ook wordt het gebruik gestimuleerd door het verkeersaspect want in de steden is de fiets voor kortere afstanden het snelste vervoermiddel en er zijn nauwelijks parkeerproblemen.

 

• Momenteel is de fiets ook voor de recreatie niet meer weg te denken.

 

Image
Om snelheid te maken werd vanaf 1867een heel groot voorwiel genomen: de 'Grote Bi'
• In Beveren was er in 1908, honderd jaar geleden dus, een reglement voor rijwielen. Daarin stond o.a. te lezen: het is verboden aan kinderen jongeren dan 10 jaar oud, langs den openbaren weg op rijwielen (vélocipèdes) te rijden. Het woord vélocipèdes was een ander woord voor fietsen en vandaar dat in de volksmond werd gesproken over 'vélossepeirden'

 

• 1908:De toegang tot de voetpaden, aan de voetgangers voorbehouden, is aan wielrijders verboden.

 

• 1908: Het is op heel het grondgebied der gemeente Beveren streng verboden, de rijwielen te doen rollen met eene snelheid grooter dan die van eenen man op gymnastischen pas, ’t  zij 10 kilometers per uur. Deze vaart moet vertraagd worden aan het keeren of aan het kruisen der wegen.

 

• 1908: Het is aan de wielrijders verboden kinderen op hunne ingang zijnde machienen te plaatsen.

 

• 1908: Elke wielrijden die tengevolge van welkdanig ongeval of overtreding aan de huidige verordening zal weigeren op bevel de policie, stil te houden, zijnen naam en bedrijf op te geven of, op ene andere wijze, zal trachten aan de onderzoekingen der overheid te ontsnappen, zal het maximum der policiestraffen verbeuren.

 

• Bovenstaand artikel zal ook toepasselijk, zijn op de automobielen, motocycles, baanlocomotieven en andere zelfbewegende rijtuigen.

 

• En nu in 2008 behoren heel wat andere dingen tot het reglement. Het is nu wel zomer en een fietsverlichting is van minder belang maar het is best voorzorgen te nemen want men weet nooit of men niet om één of andere reden toch in het donker moet fietsen. Tegenwoordig mogen er ook knipperlichten worden gebruikt. De verlichting hoeft niet vast te zitten op de fiets en we zien ook wel fietsers die zelf het licht dragen op een helm, rugzak, arm. Maar het voorste licht moet wit zijn, het achterste rood!

 

• Een fietslicht moet in het donker en bij helder weer zichtbaar zijn vanop 100 meter.

 

• Een rij voertuigen die traag reed mocht vroeger door fietsers langs rechts voorbij gestoken worden. Dat mag nu niet meer: de voertuigen moeten volledig stilstaan vooraleer fietsers ze rechts voorbij steken.

 

• Een wagen die een fietser inhaalt en voorbij rijdt, moet zijdelings minstens 1 meter afstand houden om veilig te zijn. Let daar maar eens op! In Kruibeke bijvoorbeeld aan de verkeersssluizen Langestraat en Bazelstraat, schuren wagens vaak net naast de broekspijpen of de rok.

 

• Wie als fietser het verkeersreglement overtreedt krijgt soms dezelfde boete als een automobilist of een onmiddellijke inning. Op het verkeerde deel van de openbare weg rijden zoals bv. die fietsers die op de rijbaan rijden en niet op het fietspad), links inhalen op een verkeersdrempel of plateau en voorsorteringspijlen negeren kost 50 euro.

 

Image
Nog jaarlijks is er een Belgisch Kampioenschap voor Grote Bi's. Zo staan ze dan aan de startlijn.

 

• Een boete van 100 euro staat op het negeren van de voorrang, GSM gebruiken tijdens het sturen (dus ook voor fietsers!), door het oranjelicht rijden of een onreglementaire lading vervoeren.

 

• Een boete van 150 euro heeft men aan zijn fietsbeen als er geen voorrang aan een voetganger op het zebrapad wordt gegeven, bij het inhalen bij het naderen van een onbewaakt zebrapad, in de verboden richting rijden, over de witte streep rijden en het bevel van een agent negeren.

 

• Een boete van 220 tot zelfs 2.750 euro kan er komen voor wie het stopbevel van een politieagent negeert of wie een overweg oprijdt wanneer de signalisatie het verbiedt.(verzameld door Rolf Duchamps)