Lokerse Seniorenraad organiseert druk bijgewoond verkiezingsdebat
LOKEREN. Dinsdag 17 april kwam in de Torenzaal van het Lokers Cultureel Centrum heel wat volk opdagen voor een debatavond, georganiseerd door de stedelijke Seniorenraad naar aanleiding van de komende gemeenteraadsverkiezingen. Bedoeling was, te vernemen hoe de verschillende politieke partijen van de stad tijdens de volgende legislatuur denken om te gaan met een aantal aandachtspunten, die specifiek senioren aanbelangen.
seniorenraad
Bedoeling met deze seniorenraad, opgericht 1 april 2009, is om advies te verstrekken aan het stads- en OCMW-bestuur rond beleidspunten die een invloed kunnen hebben op ouderen. De seniorenraad bestaat uit 14 leden, benoemd door de OCMW-raad. De helft daarvan is voorbehouden voor de afgevaardigden van de bestaande seniorenverenigingen. De andere helft zijn leden die zich kandidaat gesteld hebben n.a.v. een open oproep voor geïnteresseerden via o.m. de stedelijke Infokrant. Daarnaast zetelen met raadgevende stem: de bevoegde schepen en een vertegenwoordiger van het sociaal huis. Het bestuur bestaat momenteel uit: Marc Cogen (voorzitter), Robrecht Vanoutrive (ondervoorzitter), Hervé Devos (penningmeester) en Roger Swens (secretaris).
memorandum
Het moet gezegd, dat de seniorenraad zich bijzonder grondig voorbereid heeft op de komende gemeenteraadsverkiezingen. Begin vorig jaar werden leden van de raad in vier werkgroepen opgedeeld om tijdens een aantal vergaderingen aandachtspunten te behandelen zoals Wonen en Zorg, Mobiliteit en Veiligheid, Cultuur, Sport en Verenigingsleven, Media, Participatie en Informatie. Opdracht voor de werkgroepen was, enerzijds een evaluatie te maken van de lokale situatie vanuit het oogpunt van ouderen en welzijn, anderzijds adviezen te formuleren voor verbetering en vernieuwing.
Resultaat was een lijvig, goed onderbouwd document van een dertigtal bladzijden, dat aan alle Lokerse politieke partijen overhandigd werd. Het loont zeker de moeite dit memorandum in te kijken op de website van de stad (Lokeren.be), doorklikken via “Sociaal en Gezondheid”, naar “Sociaal Huis” en vervolgens onder “Seniorenraad” naar “Verslagen”.
harde cijfers en knelpunten
Nu is Lokeren nog een relatief jonge gemeente, met meer kinderen dan ouderen. Maar wanneer we twee gemeenteraadsverkiezingen verder zijn (dus binnen 12 jaar), zal de stad nog 15,5% kinderen beneden de 15 jaar hebben, tegenover 21,6% 65-plussers.
De seniorenraad spreekt daarom over een belangrijke – zo niet de belangrijkste – uitdaging om in de komende legislatuur de nodige voorbereidingen te treffen. Wonen en Zorg moeten volgens de raad dan ook prioriteit krijgen in het gemeentebeleid van de komende jaren.
Het bestuur dient daarbij te weten dat de Lokerse gepensioneerden ongeveer het laagste gemiddeld pensioen in Vlaanderen hebben. En in Lokeren wonen nu al 1800 60-plussers die niet beschikken over een eigen woning. Op gebied van wonen voor ouderen kan de stad volgens de seniorenraad belangrijke maatregelen nemen, zoals: sociale huurwoningen voor ouderen, huurtussenkomst voor wie op de privémarkt huurt, een sociale verhuurdienst.
In het jaar 2020 zal Lokeren meer dan 2000 80-plussers tellen. De gemeentebestuurders van de komende legislatuur moeten dus rekening houden met een zorgaanbod dat minstens gelijkloopt met die groei … “Dergelijk aantal kan je in elk geval niet opvangen in een woonzorgcentra”, zegt de seniorenraad, die heel uitdrukkelijk pleit voor de oprichting van een dienstencentrum. En verder: “Het dienstencentrum komt overigens tegemoet aan heel wat verzuchtingen van de ouderen, breder dan het domein van de zorg. Zo is het ook de plaats bij uitstek die kansen op sociaal contact biedt en waar levenslang leren mogelijk wordt. Het zou meteen ook de duidelijk bestaande nood lenigen aan betaalbare lokalen waar het verenigingsleven terecht kan.” Om te zorgen dat ouderen zolang mogelijk in de eigen vertrouwde woning kunnen blijven, en dus opname in een woonzorgcentrum zo lang mogelijk uit te stellen, zijn een aantal voorzieningen nodig, zoals: dagopvang, boodschappendienst, ondersteuning van de mantelzorgers.
Rusthuizen: In Lokeren zijn 398 woongelegenheden in rusthuizen erkend. Gezien de programmeringsnormen kunnen geen bijkomende plaatsen erkend worden.
Ook in de Lokerse Centra voor Kortverblijf (15 plaatsen) is door overprogrammering geen uitbreiding meer mogelijk.
Momenteel heeft Lokeren geen dienstencentrum. Afgaande op het bevolkingsaantal zou er hier ruimte zijn voor 3 dergelijke centra.
Een centrum voor dagverzorging is er ook niet. Dichtst bijzijnde zijn in Temse en Dendermonde.
Van de 183 programmeerbare serviceflats zijn er nog maar 66 voorzien. Er is dus nog kans voor de oprichting van 117 nieuwe.
debat
Aan het debat, deskundig geleid door Chris De Nijs, redacteur arbeid en sociale zaken van de VRT-nieuwsdienst, namen vertegenwoordigers deel van zes politieke partijen: Filip Liebaut (CD&V, schepen van huisvesting), Björn Rszoska (fractieleider Groen), An De Moor (NVA, OCMW-raadslid), Luc De Block (Open VLD, OCMW-voorzitter en schepen van sociale zaken), Jeanine Bellens (SPA, Gemeenteraadslid) en Werner Marginet (fractieleider Vlaams Belang). Moderator Chris De Nijs had zijn vragen niet vooraf doorgespeeld aan het panel. Maar alle politieke partijen ontvingen vooraf wel het memorandum van de seniorenraad, en hadden dus de mogelijkheid om vooraf intern hun standpunten te bepalen. NVA was daar klaarblijkelijk nog niet aan toe gekomen: vooral bij enkele heikele punten rond Wonen en Zorg kon An De Moor enkel zeggen dat “ze er nog niet helemaal uit waren”, en dat de partijleden daarover nog moesten bevraagd worden. Zij was wel van mening dat de bouw van studio’s moet gestimuleerd worden.
wonen
Björn Rszoska (Groen) pleitte voor een sociaal verhuurkantoor: eigenaars moeten dan zorgen voor kwaliteitsvolle huurwoningen, en in ruil voor huurtarieven die weliswaar 20% onder de marktprijs liggen krijgen zij gegarandeerde huurinkomsten gedurende 9 jaar. Werner Marginet (Vl.B) wil vooral werk maken van serviceflats, waarvan er volgens het aan Lokeren toegewezen contingent nog 117 mogen bijgebouwd worden. Volgens Jeanine Bellens (SPA) moet de kwaliteit van veel woningen in Lokeren dringend verbeterd worden. Zij vindt dat het stadsbestuur onvoldoende toeziet op de toepassing van de Vlaamse Wooncode, en dat goede woningen een soort kwaliteitslabel zouden moeten verkrijgen.
Namens de meerderheid reageerden schepenen Liebaut (CD&V) en De Block (Open VLD).
Luc De Block wijst erop dat Lokeren ivm sociale huisvestingscapaciteit zeer behoorlijk scoort, met een 23e plaats tussen 308 Vlaamse gemeenten. Er is al een sociaal verhuurkantoor geweest. Dat werd geen succes; het is trouwens enkel bemiddelaar, maar verhoogt het woonaanbod niet. Zijn absolute prioriteit gaat naar de bouw van serviceflats; het OCMW gaat een 60-tal dergelijke flats bouwen. Pas als blijkt dat er dan nog middelen over zijn, wil De Block andere oplossingen voor het woonprobleem bekijken.
Stedelijke huursubsidies vindt hij geen goed idee. Zoiets kan volgens hem enkel door de Vlaamse overheid geregeld worden voor gans Vlaanderen. Plaatselijke toekenning van huursubsidies zou een aanzuigeffect vanuit de omliggende gebieden veroorzaken en dus het woonprobleem voor Lokeren enkel nog maar vergroten.
Filip Liebaut zegt dat er in Lokeren nu reeds 1540 sociale huurwoningen zijn. Na realisatie van de reeds opgestarte projecten Hoedhaar, Brugstraat, Zelestraat en Argo zullen daarin o.a. 135 woningen voorbehouden zijn voor bejaarden. In het toewijzingsreglement van de sociale woningmaatschappij Tuinwijk is nu ook voorzien dat 150 woningen voorbehouden moeten zijn voor senioren. In een aantal grotere steden is volgens Liebaut al gebleken dat sociale verhuurkantoren niet echt heilzaam zijn. In de toekomst wil hij vooral inzetten op sociale huisvesting.
Zowel Liebaut als De Block vinden het Vlaams Woondecreet een voldoende geschikt instrument ter controle van de kwaliteit van huurwoningen. Indien daarover klachten bij de stadsdiensten binnenkomen, worden volgens hen ook steeds controles uitgevoerd en zo nodig gesanctioneerd.
dienstencentrum?
In verband met “zorg” wijst Jeanine Bellens (SPA) erop dat een familie niet zelf 24 uur op 24 kan zorgen voor zwaar hulpbehoevenden. Mantelzorgers moeten kunnen herademen en daarom zijn volgens haar centra voor dagverzorging en kortverblijf absoluut noodzakelijk. Ook Werner Marginet (Vl.B) pleit voor een centrum voor dagverzorging en een dienstencentrum.
Björn Rszoska (Groen) wijst erop dat Lokeren recht heeft op 3 dienstencentra, terwijl er geen enkel is. Zijn partij had dit reeds in het verkiezingsprogramma van 2006 staan.
Schepen en OCMW-voorzitter De Block wil duidelijk stellen dat er een onderscheid is tussen een dienstencentrum en een centrum voor dagverzorging. In een dienstencentrum ligt de nadruk niet op zorg, wel op informatie en ontspanning. Gezien de hoge kosten wenst hij geen dienstencentra als aparte entiteit. Het enige wat volgens hem kan bekeken worden is of sommige activiteiten van dienstencentrum kunnen ondergebracht worden in bestaande infrastructuren. Maar ook de bestaande centra voor dagverzorging zijn volgens De Block zeer duur en geen groot succes: zij vormen slechts een halve oplossing voor mensen die zwaar zorgbehoevend zijn. Hij herhaalt dat hij in eerste instantie wil inzetten op de verhoging van de capaciteit van serviceflats in de Polderstraat, en ook in Eksaarde.
Schepen Liebaut (CD&V) noemt zorg een basisgegeven in deze discussie. Mensen moeten zo goed en zo lang mogelijk ouder kunnen worden in hun eigen woonomgeving. Hij wil de bestaande mantelzorgpremie verder optrekken en optimaal gebruik maken van de centra voor kortverblijf. Daarnaast kan volgens hem onderzocht worden of in de bestaande infrastructuren een sociaal restaurant kan ingericht worden.
Vermeldenswaard is dat Björn Rszoska (Groen) applaus oogstte vanuit de zaal (alhoewel misschien op een ietwat goedkope manier), door te stellen dat het stadsbestuur blijkbaar wel voldoende middelen had voor prestigeprojecten zoals herinrichting van de Markt, maar dat basisbehoeften zoals wonen en zorg blijkbaar slechts op de tweede plaats kwamen. Als repliek verwees Luc De Block naar de zware investeringen voor de aan gang zijnde uitbreidingen in en rond de kliniek.
mobiliteit
Nog over de renovatie van de Markt vond Rszoska dat de omliggende straten in slechte staat verkeren, niet gemakkelijk voor ouderen. Ook An De Moor (NVA) had klachten over de slechte staat van de Vijverstraat in Eksaarde. Jeanine Bellens (SPA) zou eveneens minder geld besteed hebben aan bakstenen: renovatie van de Markt was nodig, maar volgens haar niet in die mate.
Schepen Liebaut noemde de werken op de Markt niet een van de duurste projecten. De vernieuwing betrof ook riolering, elektriciteit enz… en tegelijk maakte de herinrichting rondrijdend verkeer op de Markt onmogelijk. Schepen De Block wees erop dat veel straten volledig vernieuwd werden (en worden), en dat daar ook in de buitenwijken hard aan gewerkt is.
veiligheid
De moderator peilde nog naar de ideeën over zero tolerance tov kleine criminaliteit en racen.
Schepen Liebaut vindt dat daadkrachtig moet opgetreden worden tegen uitwassen. Groot probleem is volgens hem de straffeloosheid: kleine gevangenisstraffen worden niet uitgezeten. Schepen De Block wijst op de investeringen in camera’s: zij werken goed en verhogen de pakkans.
Björn Rszoska (Groen) vindt dat aan de fundamenten moet gewerkt worden door coaching en straathoekwerk. Jeanine Bellens (SPA) wil wel sancties voor al wie overlast bezorgt, maar preventie moet volgens haar meer aandacht krijgen.
An De Moor (NVA) wil dat het GAS (Gemeentelijke Administratieve Sancties) actief toegepast wordt.
Werner Marginet (Vl.B) verwijst naar het spreekwoord “Zachte heelmeesters maken stinkende wonden”. “Criminaliteit vereist een harde aanpak”, zegt hij. Hij gelooft alleen in repressie, niet in softe sociale begeleiding.
Schepen Liebaut besluit dat de stad qua veiligheid een tweesporenbeleid voert: sancties via het GAS (Gemeentelijke Administratieve Sancties), het NERO-project als begeleiding. (jdw)