Bekende Wase spotnamen

WAASLAND. In "Informeel", het informatiemagazine van het provinciebestuur stond een gesprek met Professor Taalkunde Jacques Van Keymeulen over dialecten. Reeds in 1972 begon de Universiteit van Gent aan het woordenboek van de Vlaamse dialecten. Het Oost-Vlaams Provinciebestuur kent al sinds 1980 een jaarlijkse subsidie toe.

 

Volgens Prof. Van de Keymeulen zijn de dialecten van het Waasland zeer sterk v'erbrabantst' en de Denderstreek gaat zelfs volledig in die richting. Een leuke vaststelling van de prof gaat naar het bekend woord 'plezant'. "De mensen denken dat dit een Vlaams woord is, maar het is Antwerps", zegt hij. Een Antwerpenaar zegt heel veel "’ties plezaant". In Gent zeggen ze dan weer van iets dat het "wijs" is en elders is het dan "’t Is geestig".

 

De bijnamen of spotnamen van gemeenten zijn volgens de professor niet van de laatste eeuwen. Ze zijn wel het resultaat geworden van spot tussen twee naburige gemeenten of steden. In "Informeel" kregen ook meerdere Wase gemeenten een vermelding met hun spotnaam zoals de azijnze(i)kers uit Temse, de olieze(i)kers uit Sint-Niklaas, de schapekoppen uit Nieuwkerken, de kasseidieven uit Haasdonk, de wuitens uit Hamme, de vodderapers uit De Klinge en de messenvechters uit Stekene. 

 

Verder zijn er ook nog de beseboten (=rozijnenboterham) uit Zaffelare, de Flippen uit Verrebroek (naar de geleerde Filip Verheyen), de stuifkoppen uit Meerdonk, de eieretrappers uit Sint-Gillis-Waas en van de Beverenaars zegt men wel eens de Beverse blauw, verwijzend naar een konijnenras. Net buiten het Waasland wonen de kopvleesfretters uit Dendermonde en de kloddezakken uit Zele. (Rolf Duchamps)